Liturgie

19 april 2025 - 18:30

Stille Zaterdag

WELKOM BIJ DEZE EVENSONG 

Dank voor uw aanwezigheid hier, vandaag, met ons. 
 
De Evensong is het gezongen Avondgebed, zoals vormgegeven in de Engelse Reformatie sinds 1549. Dagelijks wordt de Evensong gezongen in Anglicaanse kerken, kathedralen en colleges. Centraal staat het psalmreciet, zoals in de kloosterlijke getijden-gebeden, naast het gezongen Magnificat (de lofzang van Maria) uit de Vespers en het Nunc Dimittis (de lofzang van Simeon) uit de kloosterlijke Completen (het laatste gebed voor de nacht). 
 
Muziek draagt tijdens de Evensong de lofprijzing en het gebed, afgewisseld door de Schriftlezingen passend bij de daaropvolgende zondag of feestdag. 
 
U wordt uitgenodigd de dikgedrukte onderdelen in de liturgie mee te spreken of te zingen. 
 
Bewaar vooraf, tijdens en na de dienst alstublieft rust en stilte. Wanneer er in de liturgie een aanwijzing is wat betreft het staan en zitten, wordt u verzocht dit rustig en zonder haast te doen. Wacht na de lezingen met staan tot het moment dat het koor gaat staan. 
 
Wij verzoeken u uw telefoon op stil te zetten en uitsluitend te gebruiken voor de digitale liturgie. 
 
Probeert u zich in voorbereiding op de dienst op God te richten middels stilte en gebed. 
Wij wensen u een gezegende dienst.

STILTE 

 

INTROITUS 

Crucifixus etiam pro nobis,  
sub Pontio Pilato,  
passus et sepultus est. 
 
Hij is voor ons gekruisigd,  
onder Pontius Pilatus,  
heeft geleden en is begraven.
 
 

Tekst: Apostolische geloofsbelijdenis (170) 

Antonio Lotti (1667-1740)  

 
We gaan staan 
 

HYMNE 

When I survey the wondrous cross 

Allen: 
When I survey the wondrous cross 
2. Bewaar mij dat ik roemen zou  
dan in mijn Heren Christus dood.  
Al wat ik anders noemen zou  
is niets bij dit mysterie groot.
 
 
3. O angst en liefde, ondereen  
vermengd als water en als bloed,  
zij wijzen naar het wonder heen  
van Hem die op de aarde boet.
 
 
4. Het rode bloed, zijn koningskleed  
bedekt het schandelijke kruis,  
dat wordt door alles wat Hij leed  
de levensboom van ‘t paradijs.
 
 
5. En door zijn dood en door zijn bloed  
is nu de wereld dood voor mij.  
Ik ben gestorven, maar voor goed  
van heel de dode wereld vrij.  
 
6. De aarde zelf is veel te klein  
voor wie U waarlijk loven wil.  
Uw liefde is een groot geheim,  
zij vraagt geheel mijn hart en ziel.
 
 

Tekst: Willem Barnard (1920-2010) 

Ignace de Sutter (1911-1988) 

 

OPENINGSGEBED 

O Heer, open onze lippen. 
En onze mond zal zingen uw lof. 
O God, maak haast en red ons. 
O Heer, kom haastig te hulp. 
 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen. 
Prijs nu de Heer. 
De Heer zij geloofd. 
 

Herbert Sumsion (1899-1995)  

 
We gaan zitten 
 

WELKOM 

 

PSALM 22 

1 (Voor de koorleider, op De hinde in het morgenrood;  
een muziekstuk, v. David.) 
2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Ge mij verlaten,  
ver van mijn bevrijding,  
van de woorden die ik schrei! 
3 ‘O mijn God!’ - roep ik bij dag, Gij antwoordt niet,  
de nacht door, maar tot stilte kom ik niet! 
4 Gij heilige God,  
die zetelt daar waar Jisraeel U looft, 
5 bij U wisten onze vaderen zich veilig  
waren veilig, Gij deedt hen ontkomen; 
6 tot U schreeuwden zij en vonden redding,  
zochten veiligheid bij U en werden niet beschaamd. 
7 en ik, een worm, niets mans meer,  
de smaad van de mensen,  
geminacht bij de manschap: 
8 al wie mij zien drijven met mij de spot,  
trekken met de lip, schudden het hoofd. 
9 ‘Die wentelde het op de HEER,  
laat die zorgen voor uitkomst,  
hem redden! Hij heeft toch in hem behagen!’ 
10 Ja, U trok mij uit de schoot,  
legde mij veilig aan de borsten van mijn moeder. 
11 Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af,  
sinds mijn moeders schoot zijt Gij mijn God! 
12 Blijf dan niet ver van mij nu benauwing te na komt,  
nu er niemand is die helpt!  
13 Omringd ben ik door troepen stieren,  
Basans buffels sluiten mij in; 
14 ze sperden tegen mij open hun muil,  
een leeuw verscheurend en brullend! 
15 Ik ben uitgegoten als water,  
al mijn beenderen liggen uit elkaar, 
mijn hart lijkt geworden tot was,  
in mijn binnenste gesmolten! 
16 Als een potscherf is verdroogd mijn kracht,  
mijn tong aan mijn gehemelte gekleefd,  
in het stof des doods legt Gij mij neer! 
17 Want omringd ben ik door honden,  
kwaadwilligen hebben met z’n allen mij omsingeld,  
doorstoken mijn handen en mijn voeten. 
18 Al mijn botten kan ik tellen;  
ze kijken toe en zien het met mij aan. 
19 Onder elkaar verdelen zij mijn kleren,  
zij werpen over mijn gewaad het lot! 
20 Gij, HEER, blijf toch niet ver!, -  
o mijn sterkte, haast U mij ter hulpe! 
21 Red mijn ziel van het zwaard,  
uit de hand van de hond het enige dat ik heb! 
22 Bevrijd mij uit de muil van de leeuw,  
van de horens van de bisons!geef mij antwoord! 
23 Vertellen zal ik uw naam aan mijn broeders,  
in de vergaderde schare zal ik U loven: 
24 ‘Die de HEER vreest, zingt Hem uw lof,  
alle zaad van Jakob, geeft hem eer! -  
ducht Hem, alle zaad van Jisraeel! 
25 ‘Want hij heeft niet veracht en niet versmaad  
de gebogenheid van de gebukte, 
niet voor hem verborgen zijn aanschijn,  
als hij tot hem roept om hulp is Hij er een die hoort!’ 
26 Van U mijn loflied waar een grote schare is vergaderd,  
ik zal vervullen mijn geloften tegen-  
over wie Hem vrezen! 
27 Eens eten de gebukten en worden zij verzadigd,  
loven de HEER zij die hem zoeken,  
leeft hun hart op voor altijd! 
28 Eens worden indachtig en keren zich tot de HEER  
alle uithoeken der aarde, 
en buigen zich voor uw verschijning  
alle volkerenfamilies! 
29 Want het Koninkrijk is aan Hem-Die-ZalKomen,  
Hij is heerser over de volken! 
30 Dan hebben gegeten en buigen zich voor hem alle vetten der aarde,  
knielen voor zijn aanschijn al wie moest dalen in het stof;  
en zijn ziel niet meer in leven wist te houden. 
31 Er is een zaad dat Hem zal dienen,  
verteld zal worden van mijn Heer aan het geslacht dat komt. 
32 Zij komen op en melden zijn gerechtigheid,  
aan een gemeente nieuwgeboren dat Hij het heeft gedaan! 
 
We gaan staan voor het gloria 
 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, 
en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, 
wereld zonder eind. Amen. 
 

Matthew Camidge (1764-1844) 

 
We gaan zitten 
 

EERSTE LEZING 

Hosea 6: 1-6 
 
De eerste lezing is uit Hosea 6: 1-6. 
 
1 ‘Kom, laten wij teruggaan naar de HEER! 
Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen; 
de hand die sloeg, zal ons verbinden. 
2 Hij redt ons na twee dagen van de dood, 
de derde dag doet Hij ons opstaan: 
in zijn nabijheid zullen wij leven. 
3 Dan zullen wij Hem kennen, 
ernaar jagen om de HEER te kennen. 
Even zeker als de dageraad zal Hij komen, 
Hij komt naar ons als milde regen, 
als de lenteregen die de aarde drenkt.’ 
 
4 Wat moet Ik met je beginnen, Efraïm? Wat moet Ik met je beginnen, Juda? Want jullie liefde is als een ochtendnevel, als dauw die ’s morgens vroeg verdwijnt. 5 Daarom heb Ik jullie gedood met de woorden die Ik sprak, jullie neergehouwen door mijn profeten; zo brak het volle licht van mijn recht door. 
 
Hier eindigt de eerste lezing. 
 
We gaan staan 
 

MAGNIFICAT 

Magníficat ánima mea Dóminum. 
Et exultávit spíritus meus: in Deo salutári meo. 
Quia respéxit humilitátem ancíllae suae: 
Ecce enim ex hoc beátam me dicent omnes generatiónes. 
Quia fécit mihi mágna qui pótens est: et sánctum nómen eius. 
Et misericórdia eius in progénies et progénies timéntibus eum. 
Fécit poténtiam in bráchio suo: dispérsit supérbos mente cordis sui. 
Depósuit poténtes de sede: et exaltávit húmiles. 
Esuriéntes implévit bonis: et dívites dimísit inánes. 
Suscépit Ísrael púerum suum: recordátus misericórdiae suae. 
Sicut locútus est ad patres nostros: Ábraham, et sémini eius in saecula. 
 
Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto, 
Sicut erat in princípio, et nunc, et semper, et in sæcula sæculórum. Amen. 
 
Groot maakt mijn ziel de Heer, en mijn geest heeft zich verheugd om God mijn Redder.  
Want Hij aanschouwde de nederigheid van zijn dienares: 
ja zie, van nu af aan spreken alle geslachten mij zalig. 
Want grote dingen heeft Hij mij gedaan 
die machtig is, en heilig is Zijn naam. 
En Zijn barmhartigheid is van nageslacht tot nageslacht, voor hen die Hem vrezen. 
Hij heeft kracht getoond in Zijn arm, 
en hoogmoedigen in de gedachte van hun hart verstrooid. 
Hij stootte machtigen van hun zetel, 
en nederigen heeft Hij verheven. Hongerigen heeft Hij met gaven vervuld, 
en rijken heeft Hij leeg weggezonden. 
Hij is Israel zijn dienaar te hulp geschoten, 
zijn barmhartigheid gedenkend, Zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, 
Abraham en zijn zaad in eeuwigheid. 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen.
 
 

Worcester Canticles 

Piers Connor Kennedy 

 
We gaan zitten 
 

TWEEDE LEZING 

Johannes 19: 23-42 
 
De tweede lezing is uit Johannes 19: 23-42. 
 
23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. 24 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo moest in vervulling gaan wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden. 
25 Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder en haar zus, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria van Magdala. 26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, dat is uw zoon,’ 27 en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. 
28 Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei Hij: ‘Ik heb dorst.’ 29 Er stond daar een vat water met azijn; ze doopten er een spons in en brachten die, gestoken op een majoraantak, naar zijn mond. 30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei Hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. 
31 Het was voorbereidingsdag, en de Joden wilden voorkomen dat de lichamen op sabbat, en nog wel een bijzondere sabbat, aan het kruis zouden blijven hangen. Daarom vroegen ze Pilatus of de benen van de gekruisigden gebroken mochten worden en of ze de lichamen mochten meenemen. 32 Toen braken de soldaten de benen van de eerste die tegelijk met Jezus gekruisigd was, en ook die van de ander. 33 Vervolgens kwamen ze bij Jezus, maar ze zagen dat Hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. 34 Maar een van de soldaten stak een lans in zijn zij en meteen vloeide er bloed en water uit. 35 Hiervan getuigt iemand die het zelf heeft gezien, en zijn getuigenis is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. 36 Dit gebeurde omdat de Schrift in vervulling moest gaan: ‘Geen van zijn beenderen zal verbrijzeld worden.’ 37 Een andere schrifttekst zegt: ‘Ze zullen hun blik richten op Hem die ze hebben doorstoken.’ 
38 Na deze gebeurtenissen vroeg Josef van Arimatea – die een leerling van Jezus was, maar uit angst voor de Joden in het geheim – aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus mocht meenemen. Pilatus gaf toestemming en Josef nam het lichaam mee. 39 Nikodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. 40 Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. 41 Bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een tuin, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was. 42 Omdat het voor de Joden voorbereidingsdag was en dat graf dichtbij was, legden ze Jezus daarin. 
 
Hier eindigt de tweede lezing. 
 
We gaan staan 
 

NUNC DIMITTIS 

Nunc dimittis servum tuum, Domine secundum verbum tuum in pace: 
Quia viderunt oculi mei salutare tuum 
Quod parasti ante faciem omnium populorum: 
Lumen ad revelationem gentium,  
et gloriam plebis tuae Israel. 
 
Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto, 
Sicut erat in princípio, et nunc, et semper, et in sæcula sæculórum. Amen. 
 
Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, 
zoals u hebt beloofd. 
Want met eigen ogen heb ik de redding gezien 
die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: 
een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen 
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk. 
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest; 
Zoals het was in het begin, nu is, en altijd zijn zal, wereld zonder eind. Amen.
 
 

Worcester Canticles 

Piers Connor Kennedy 

 

GELOOFSBELIJDENIS 

We keren ons naar het kruis en belijden samen 
 
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde.  
En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer;  
Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;  
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald in de hel;  
ten derden dage opgestaan van de doden;  
opgevaren naar de hemel, waar hij zetelt aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;  
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.  
Ik geloof in de Heilige Geest, 
de heilige, katholieke, Christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen;  
de vergeving van de zonden;  
de wederopstanding van het lichaam;  
en het eeuwige leven.  
Amen.
 
 
We gaan zitten 
 

GEBEDEN 

De Heer zij met u. 
En met uw geest. 
Laat ons bidden. 
 
Heer, ontferm u over ons.  
Christus, ontferm u over ons. 
Heer, ontferm u over ons. 
 
Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; 
uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op aarde. 
Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade. 
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen. 
 
O Heer, toon uw genade aan ons.  
En schenk ons uw verlossing. 
Begiftig uw dienaren met gerechtigheid. 
En geef uw volk vreugde. 
 
O Heer, red uw kind’ren. 
En zegen uw erfdeel. 
Geef vrede in onze tijd, o Heer. 
Want er is geen ander die voor ons strijdt, behalve U, o God. 
 
Schep ons een zuiver hart, o God. 
en neem niet Uw Heilige Geest van ons weg. 
 
Gebeden van de dag: 
Geef, o Heer, dat, zoals wij gedoopt zijn in de dood van Uw gezegende Zoon, onze Verlosser Jezus Christus, wij zo door het voortdurend sterven aan onze verdorven begeerten met Hem begraven mogen worden; en dat wij door het graf en de poort van de dood mogen heengaan naar onze vreugdevolle opstanding; door Zijn verdiensten, die stierf, en werd begraven, en weer opstond voor ons, Uw Zoon Jezus Christus, onze Heer. Amen. 
 
Almachtige en eeuwige God, die niets haat wat Gij hebt gemaakt en die de zonden vergeeft van allen die berouw hebben; schep in ons nieuwe en berouwvolle harten, opdat wij, waardig onze zonden betreurend en onze ellende erkennend, van U, de God van alle barmhartigheid, volmaakte vergeving en vergiffenis verkrijgen; door Jezus Christus, onze Heer. Amen. 
 
Gebed voor vrede: 
O God, uit wie alle heilige verlangens, alle goede raad, en alle rechtvaardige werken voortkomen; geef aan uw dienaren die vrede die de wereld niet kan geven; opdat zowel onze harten gericht mogen zijn om uw geboden te gehoorzamen, en ook dat wij door U, verdedigd tegen de vrees voor onze vijanden, onze tijd in rust en stilte mogen doorbrengen; door de verdiensten van Jezus Christus, onze Verlosser. Amen
 
Gebed voor hulp tegen alle gevaren: 
Verlicht onze duisternis, smeken wij u, o Heer; en verdedig ons door uw grote barmhartigheid tegen alle gevaren van deze nacht; omwille van uw enige Zoon, onze Verlosser, Jezus Christus. Amen
 

Herbert Sumsion (1899-1995) 

 

ANTHEM 

I am the Resurrection and the Life, 
saith the Lord: 
He that believeth in me, 
though he were dead, yet shall he live: 
And whosoever liveth and 
believeth in me shall never die. 
Shall never, shall never die. 
 
I know that my Redeemer liveth, 
and that He shall stand at the 
latter day upon the earth. 
And though after my skin 
worms destroy this body, 
yet in my flesh shall I see God: 
Whom I shall see for myself, 
and my eyes shall behold, 
and not another. 
 
We brought nothing into this  
world, 
and it is certain we 
shall carry nothing out. 
The Lord gave, 
and the Lord hath taken away: 
Blessed be the name of the Lord. 
Blessed be the name of the Lord. 
 
I heard a voice from heav’n, 
from heav’n, saying unto me, 
Write, from henceforth blessed, 
blessed are the dead 
which die in the Lord: 
ev’n so saith the Spirit: 
for they rest from their labours. 
Ev’n so saith the Spirit; 
for they rest from their labours. 
 
Amen, amen, amen, amen. 
 
Ik ben de Opstanding en het Leven, 
zegt de Heer: 
Wie in Mij gelooft, al was hij dood, toch zal hij leven: 
En wie leeft en in mij gelooft, zal nooit sterven. 
Zal nooit, zal nooit sterven. 
 
Ik weet dat mijn Verlosser leeft, 
en dat Hij op de laatste dag op aarde zal opstaan. 
En hoewel na mijn huid, 
wormen dit lichaam vernietigen, 
toch zal ik in mijn vlees God zien: 
Die ik zelf zal zien, 
en mijn ogen zullen aanschouwen, 
en geen ander. 
 
Wij hebben niets in deze wereld gebracht, 
en het is zeker dat wij 
niets zullen meenemen. 
De Heer gaf, 
en de Heer heeft weggenomen: 
Gezegend zij de naam van de Heer. 
Gezegend zij de naam van de Heer. 
 
Ik hoorde een stem uit de hemel, 
uit de hemel, die tot mij zei: 
Schrijf op, van nu aan zijn gezegend de doden 
die in de Heer sterven: 
zo zegt de Geest: 
want zij rusten van hun arbeid. 
Zo zegt de Geest: 
want zij rusten van hun arbeid. 
 
Amen, amen, amen, amen.
 
 

Tekst: Henry Vaughan (1621-1695), vertaling Alexander Bunt (2000) 

Gerald Finzi (1901-1956) 

 

VOORBEDEN 

 
Steeds beantwoord door: 
Amen. 
 
We gaan staan voor de slot-hymne 
 

HYMNE 

The day of resurrection 

The day of resurrection.jpg 
2 Laat zuiver zijn onz’ harten, 
dan zien wij Hem in 't licht, 
de Heer in glans verheven, 
die door Zijn dood ons redt. 
Wij horen Zijn genade, 
Zijn groet: “Wees niet bevreesd!” 
En zingend met de engelen 
verheffen wij het feest. 
 
3 Laat nu de hemel juichen, 
de aarde zinge mee! 
Laat heel de wereld zingen 
o, blij en heilig feest! 
Laat alles wat kan loven, 
het zichtb're en het niet, 
verheugd de Heer bezingen. 
Die vreugde kent geen tijd.
 
 

Tekst: Alexander Bunt (2000) naar Isaac Watts (1674-1748) 

William Henry Monk (1823-1889) - Ellacombe 

 

AVONDGEBED 

Heer, blijf bij ons, want het is avond  
en de nacht zal komen. 
Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk  
aan de avond van de dag, 
aan de avond van het leven,  
aan de avond van de wereld.  
Blijf bij ons 
met uw genade en goedheid,  
met uw troost en zegen, 
met uw woord en sacrament. 
Blijf bij ons 
wanneer over ons komt 
de nacht van beproeving en van angst,  
de nacht van twijfel en aanvechting,  
de nacht van de strenge, bittere dood.  
Blijf bij ons 
in leven en in sterven, 
in tijd en eeuwigheid. Amen.
 

Maarten Luther (1483-1546) 

 
We blijven staan als het koor de kerk verlaat 
 
We gaan zitten 
 

ORGEL POSTLUDE 

O Mensch bewein deine Sünde groß, BWV 622 

Johann Sebastian Bach (1685-1750) 

 
 
 

Volgende dienst in de Lutherse Kerk: 

Zondag 20 april, 12.00 uur - Muziekdienst, Eerste Paasdag 
Voorganger: ds. P. Oussoren

Volgende Evensong:

24 mei 2025 - 18:30

Lutherse Kerk Apeldoorn

Wij hopen dat u een goede Evensong hebt gehad. 

Er is een collecte bij de uitgang van de kerk. Met uw gift helpt u de kosten van deze Evensong te dekken en deze diensten voort te zetten. Uw financiële steun wordt bijzonder op prijs gesteld. 
 
U kunt op de volgende manieren een gift geven: 

  • contant 
  • via onderstaande knop 
  • via bankrekening van Alexander Bunt NL86 INGB 0004 1201 96, onder vermelding van ‘Gift Evensong Apeldoorn’